oer ús

Geschiedenis der Chr. muziekver. “De Lofstem” uit Suameer van 1919 -1959

Rede uitgesproken door P. Bouma op 16 maart 1960 in de Geref. Kerk ter gelegenheid van het 40-jarig jubileum.

Geachte aanwezigen, mij werd opgedragen om met de secretaris van de Chr. Muziekver. “De Lofstem”, de heer Melle de Boer, een historisch overzicht samen te stellen over het 40-jarig bestaan dier vereniging.
Gaarne voldoe ik aan deze opdracht, temeer omdat ik ook aan de wieg van de geboorte dier vereniging heb gestaan, oftewel ook behoorde tot de eerste leden van ’t muziekcorps, dus een van de oprichters dezen huidige muziekvereniging.
Ik noemde huidige, dat wil zeggen dat er voor 1919 ook reeds een Chr. Muziekcorps bestond onder dezelfde naam, waar dit dan de voortzetting van is.
Maar nu ter zake. De oorlogsfakkel die Europa teisterde van 1914-1918 was uitgewoed. Nederland was gespaard gebleven van dier vreselijke wereldkrijg, maar had de gevolgen er wel van ondervonden.
Veel van ’t verenigingsleven was in die jaren opgedoekt, doordat de mannelijke leden hun vaderlandsche plicht vervulden als soldaat bij ’t veldleger en aan de grenzen de wacht hielden.
Zo ook met het toenmalig muziekcorps “De Lofstem” dat was opgedoekt en de instrumenten aan de wilgen gehangen oftewel ergens bij de leden op de zolder.
Maar de oorlog was uitgewoed, de vrede weergekomen en zoo werd dan hier ook in september 1919 weer schoolfeest gevierd uitgaande van de Chr. School hier ter plaatse.
Ja bij een feest, tenminste bij een schoolfeest, behoort muziek en zoo werden dan toen de plannen van ’t feest vaster vormen aannamen de oud-leden van “De Lofstem” bijéén getrommeld en onder leiding van de heer S.R. Veltman van Oostermeer, die voorheen ook directeur was, werd er weer begonnen met blazen. Oude marsen zoals De Petit Majoor en Petit Henri klonken opnieuw.

Voor zover ik weet eindigde het feest goed.
Een omtocht om het Bergumermeer van de jeugd van beiderlei kunne was het einde.
Neen daar werd ook nog iets anders besproken.
Het muziekcorps dat tijdelijk dienst had gedaan moest weer definitief worden opgericht.
De oud-leden voelden er niet veel meer voor, het moest aan jeugdige krachten worden overgelaten en zoo had dan op een avond in september of begin oktober een vergadering plaats in de Chr. School alhier waar een 17 vrienden aanwezig waren, alsmede enige leden van ’t schoolbestuur en aandeelhouders van ’t muziekcorps oftewel zij die hun geld gestort hadden in een soort fonds waaruit de muziekinstru-menten waren gekocht.
De namen dier aandeelhouders waren S.P. Hoekstra L.Antonides, S.A. v.d. Vegt, S. Kuipers, K. Harmsma hoofd der Chr. School en nog enkele anderen.
Verder was aanwezig de heer S.R. Veltman die bereid was gevonden om weer de dirigeerstok te zwaaien.
De 17 vrienden die elk een instrument werd toegewezen waren alzo G.R. Veltman lste piston, J.A. de Boer 2de piston, A. Hiddema trompet, W.A. Hoekstra trombone, W.R. Veltman lste alt, H. Hidema 2de alt, J.Kampen lste bariton, M.W. de Boer 2de bariton, S.J. Hoekstra bas, P. Bouma tuba, H. Pietersma petit bugle, G. Bouma solo bugle, S.L. hoekstra lste bugle, L.G. v.d. Meulen 2de bugle, L. Bloemhof 3de bugle, L. Bouma grote trom, terwijl voor P. Antonides een kleine trom zou worden gekocht wat ook geschiedde.
De repetities werden bepaald op vrijdagavond van 7,5 – 8,5 u., contri-butie 20 cent per week.
De eerste bestuursleden waren J. Kampen voorz. G. Bouma secr. en W. Hoekstra penningm. Toen ja toen moest er geblazen worden tu tu tu tu dat was het eerste begin, de wangen bliezen zich op en daar rolden zowaar de eerste klanken over Suameer uit.
De glazen rinkelden en de oren stopten zoo erbarmelijk was het eerste geluid.
Waren er dan geen oud muzikanten bij die wat van de kunst machtig waren? Ja een enkele was voorheen als leerling al eens even bij ’t corps geweest maar anders waren het allemaal nieuwe krachten.
Oefeningboekjes werden aangeschaft van M.J.H. Kessels en daar moesten wij ons aan houden. Enkelen hadden al gauw hun bekomst zoals de gebr. Hiddema en meerderen.
Hun plaatsen werden weer door anderen ingenomen. Maar oefening blazen hoe nuttig ook begon te vervelen. Wij wilden wel eens een versje spelen. Veltman als altijd volijverig en geduldig schreef, de oud leden zullen het zich nog wel herinneren, ons in ’t boekje Ps 105, dat was ons eerste versje gevolgd door Gezang 43, Hoofd omhoog ’t hart naar boven.
Enige andere versjes volgden zoals Heer ik hoor van rijke zegen, er ruist langs de wolken en andere. Maar wij wilden ook wel eens een mars spelen, daar zijn ze de oude bekenden Lorfanelle, de Recruten mars, Sans Souci Corsrit en Souvenir de Maassluis.
Zoo werden wij ingeleid in het rijk der muziek en volgde ook ons eerste optreden in ’t openbaar. De eerste boottocht zomer 1920 in samenwerking en ter opluistering van de Chr. Zangver. Immanuel alhier die dan een dag potverteren hield door zomers een boottocht te houden.
De eerste was naar Sneek. Enkelen onder onze oud leden bewaren daar nog steeds een dankbare herinnering aan.
Daar op die boottochten werd soms een levensgezel en gezellin gevonden waarna na enkele jaren de reis in ’t huwelijks-bootje volgde.
Ja die oude tijden, soms om er nog jaloers op te worden Uitvoeringen. In de herfst, de r was nog maar net in de maand, werden de eerste plannen reeds voor een uitvoering besproken.
Daar werd gerepeteerd tot in het oneindige haast, daar moesten samenspraken en voordrachten geleend worden en ja in februari of begin maart was het zoover, dan was het uitvoering. 3 avonden, een woensdag generale repetitie toegankelijk voor schoolkinderen, een dankbaar publiek en twee vrijdagavonden, een voor ’t jongvolk en een voor de getrouwden.
Een heel huiselijk feestje, poederchocolade en koekjes in de Chr. School.

Dat was feest.

Voor de uitvoering en na schooltijd moesten de stoelen en banken er uit gesleept worden, koekbakken voor tribune en stoelen en tafels er in en de zaterdagmorgen weer opredden en weer ter plaatse brengen, alles in samenwerking met de Chr. zangvereniging Immanuel.
Trad de muziekvereniging dan niet alleen naar voren zult ge misschien vragen.
Ja op de schoolfeesten 1921 en zoo om de twee jaren als er feest gehouden werd was de klank aan De Lofstem om zich te laten horen
Op wagens gezeten werd dan een rondrit gemaakt.
Des middags bij de kinderspelen en ’s avond werd een concert verzorgd.
Zoo ook serenades bij huwelijk en 25 en 40 jarige echtvereenigingen alsmede een mars door ’t dorp of collecteren ter versteveging van de kas. Medewerking werd ook enkele malen verleend bij de feestende O.L. school te Suameer-Zuid, waarbij wij ook een in een droge sloot terechtkwamen, doordat de paarden schrokken van de muziek, echter zonder schade aan personen en instrumenten. In 1921 werd een nieuwe bezetting aangeschaft van Kessels voor f 525,- totaal en de oude gingen naar Ossenzijl in Overijssel, waar zij nu misschien nog wel op toeteren. Zij liever dan ik want het was oud koper.
Zoo ging het met moed verder onder bekwame leiding van de heer S.R. Veltman, die alles voor Suameer over had. Concoursen.
In 1923 werd voor het eerst aan een concours deelgenomen en wel in Engwierum ter gelegenheid van ’t 25-jarig bestaan van Euphonia het Chr. Muziekcorps aldaar.
De langste dag 21 juni, voorwaar voor velen een lange dag, ’s morgens 6 uur op stap en de andere morgen 5 uur weer thuis, gevolg van op vrijersvoeten en verdwaald op de thuisreis.
Dat was een feest, want daar haalden wij onze eerste medaille in de 4de afd., een 3e prijs 79,5 punt. 1 punt te min voor een 2de. Met Belle Bergere als vrij nummer en des Heeren dag verplicht.

Van vrijen gesproken.
Enkelen onzer maakten daar voor het eerst kennis met haar die later hun vrouw geworden is, Jelmer en Durkje Einte en Caterien die helaas niet meer leeft.
Ik zie ons daar nog stappen, aan de ene kant de grote hoorn en aan de andere kant een faam.
Ja de muzikanten waren daar die dag in trek. Ik zie mij zelf nog lopen met mej. Romkje Noordhuis, die haar vrijer trouw bleef want zij is nu nog ongetrouwd, en ik fladderde als een vlinder van de een naar de ander totdat tijdens het concours van Hemelvaartsdag 26 mei 1926 ik mijn vrouw ook vond.
Ja die muziekfeesten, hetzij boottocht, schoolfeest, uitvoering of concours, hebben velen aan een vrouw geholpen. 1924 naar Kollum , maar dat was een mislukking, daar werden wij geringeloord geen prijs.
Het verslag luidde: begin heel aardig, 3de maat ongelijk hoge inzet, en zoo werd het hoe langer hoe minder.
Maar dat had toch nog goede gevolgen, want uit dat concoursverloop is de bond geboren waarvan 13e Lof stem mede tot de oprichters behoorde en trouw lid bleef, vele anderen die haar verlieten tot een beschamend voorbeeld. Februari 1925 werd de bond opgericht met 14 corpsen waarvan Suameer een der trouwe werd en nog worden de bondsconcoursen bezocht.
Een enkele maal ging dat over, omdat De Lofstem wat leden en muzikaal gehalte betrof wel eens slecht voorstond.
Daar werd vroeger aan een vrij concours en aan ’t bondsconcours deelgenomen.
In 1928 pinkstermaandag in Drachten werd de eerste lste prijs behaald, 4de afd. 128 punten.

En toen ging het crescendo excelsior steeds hooger.

In een der jaren werd zelfs op één na het hoogst aantal punten behaald van ’t gehele concours.
Bij ’t 10-jarig bestaan werd ons door de meisjesvereniging een vaandel geschonken, dat nu al aardig met medailles bezet is.
Maar het ledenaantal daalde, in 1933 nog 13 man naar Heerenveen bondsconcours lste afd. 159 punten lste pr.
Maar nu moesten er veranderingen komen en werd er een jongenscorps opgericht, zelfs 2 of 3 groepen, zodat wij in 1934 met 35 man opkwamen.
Velen van die jongens zijn nu nog lid, Rein de Boer, Bouwe Bouma en anderen. Gestadig ging het omhoog, in 1939 werd in de Eere afd. gespeeld, Le Dame de Picq 97 punten 2e prijs.

Toen kwam de oorlog in 1940 en bleef het corps in mineurstemming achter.

Nieuwjaarsdag 1943 werd de laatste uitvoering gehouden en toen dook het corps als zoodanig onder, om na de bevrijding in 1945 weer op de proppen te komen.
Maar nu is het verder aan Melle de Boer die van de laatste 15 jaar verslag zal geven.
Ik zou U veel meer kunnen verhalen van uitvoeringen en dergelijke, eenmaal vond ook een reciteerwedstrijd plaats in een stampvolle kerk.
Maar over trouw gesproken, daar zijn leden bij die er als jongeling bij kwamen, trouwden, vader werden, de zoons opleidden tot muzikant en nu al grootvader zijn en nog steeds werkend lid.
Ja leidt uw kleinzoon ook maar tot muzikant het komt het corps ten goede.
Maar het zou te ver voeren al de leden op te noemen die langer of korter een functie in ’t bestuur hebben vervuld, maar ja daar zijn oudge-dienden bij. J.A. de Boer, M.W. de Boer, Herre Kampen, Douwe Bouma, Sjoerd Fennema, Pieter de Jong, Bouwe Bouma, Rein de Boer, Pieter Zuidema, de beide eersten 40 jaren, dan vier van 35 jaren en de anderen meer dan 25 jaar.
Zoo is dan in enkele sobere woorden U een verslag gegeven van ’t ontstaan, oprichting en de eerste 25 jaren. Trouw is er door de leden hun best gedaan voor ’t Muziekcorps.
Veel vrije tijd is er door hen besteed om de muziekver. te doen bestaan en met concoursen, feesten en dergelijke waren de mannen op hun post en het dagelijkse werk werd er om verzuimd. Hartelijk dank mannen voor de opofferingen, ook de financiële vaak, die gij U getroost hebt.
Maar bovenal past ons een dankwoord aan de Almachtige, die ons deze 40 jaren ook in ’t muziekleven geleid heeft.
Hij heeft ons de lust en de kracht gegeven om dit te doen, laten wij dat nooit vergeten.

Nu er niet veel vermeld is van de jaren 1945 tot heden wil ik trachten u nog een en ander te verhalen van wat alzo is geschied na wat ik het laatst opmerkte in mijn verslagperiode over 1919-1943.
Volledig zal ik wel niet zijn maar toch wil ik trachten U nog een en ander mede te delen. Zoals ik reeds noemde 1 jan. 1943 kwam “De Lofstem” het laatst voor ’t voetlicht, want daar zij zich niet bij de cultuurkamer, een Duitse uitvinding, wilde aansluiten was zij wel genoodzaakt zichzelve op te duiken, wat dan ook gebeurde.
De instrumenten bleven bij de leden en werden veilig opgeborgen (de koperinlevering) en Veltman voelde zich als een veldheer zonder leger.
Maar de bevrijding daagde en toen in april en mei Friesland en ook Nederland weer bevrijd waren steeg ook weer de Lofstem als een Phoenix uit de as.
Toen mids mei ’45 hier het eerst bevrijdingsfeest werd gevierd op het land achter bakker Boersma was ook De Lofstem weer van de partij en liet zijn klanken horen.
Zelfs werd in dat jaar in Bolsward weer aan een vrij concours deelgenomen, een 3e prijs in de 3e afdeling.

Daar moest veel gebeuren als De Lofstem weer zijn oude luister zou behalen.

Maar Veltman was vol moed en deed zijn best en enkele oud getrouwen, zoals basblazer Tjerk de Jong, zetten de schouders er onder en zoowaar het werd steeds beter.
Zoo even goed als in de dertiger jaren was het ook na de bevrijding op en neer.
Weer werd de afdeling uitmuntendheid bereikt, maar die opgave bleek te zwaar.
Van onderen af weer opnieuw.
Moedeloosheid dreigde ook wel de baas te worden, het ledental klein, financieel haast aan de grond, maar hulde aan die mannen die doorzetten en nog eens doorzetten.
Namen noemen zou hier gevaarlijk zijn, want dan zouden er vergeten worden wat niet behoorlijk is. In de jaren 1945 en ’46 kwam er een nieuwe bezetting, maar daar is niet veel vreugde aan beleefd, die instrumenten vielen niet uit.
Wat het instrumentenmateriaal betreft, dat is vaak een allegaartje.
Voor de directeur een hele puzzel om de juiste stemming en klank- gehalte te vinden.
Ja over directeuren gesproken.
Oude Veltman, Siemen Roels, heeft lang de dirigeerstok gezwaaid, maar dat hield op, over het motief daartoe wil ik liever mijzelf het zwijgen opleggen.
Na hem kwam S. de Ruiter van Leeuwarden.
Veel hebben wij daarvan niet geleerd geloof ik.
Hij kreeg dan ook op ’t laatst zijn congé.
Nu kwam de jonge Veltman voor ’t bordje staan, in de muziek een waardig zoon van zijn vader, maar hij was de oude niet.
Toen hij dan ook de benoeming kreeg aan de muziekschool te Heerenveen was zijn plaats vacant en waarlijk het speet allen niet.
Nu kregen wij er G. Dijkstra van Leeuwarden als maatslaander, een oud Drachster.
Naar die heeft ook, misschien door drukte of andere reden, opgehouden.
Zoo staan wij nu onder bekwame leiding van v.d. Zee uit Leeuwarden, die ons thans aanvoert.
Ik geloof wel dat hij de rechte man op de rechte plaats is.
Ik hoop dat het hem en ons moge gegeven worden om nog vele jaren samen te werken.

Hadden wij de eerste jaren ons oefenlokaal in de Chr. school en ook na de bevrijding nog, thans galmen onze klanken uit ’t verenigings-gebouw van de Ned. Herv. Kerk in de buurt.
Wij willen dan ook langs deze weg beide beheerders en corporaties hartelijk dank zeggen voor het gebruik van hun lokaliteiten.
De uitvoeringen worden de laatste jaren steeds gehouden in de Geref. Kerk, vroeger in de school en later in de kerk in de buurt.

Hoogtepunten zijn ongetwijfeld geweest in ons muzikale bestaan een reciteerwedstrijd en een solistenconcours, beide met een zeer groote belangstelling.
Wat de bezetting aangaat wij hebben er wel eens minder in aantal leden voorgestaan, maar wij hebben er ook wel ééns meer gehad. Maar niet de veelheid der leden, al is een grote bezetting wel mooi, doet een vereniging bloeien en groeien.
Neem de trouwheid en de toewijding en ambitie kan een corps doen vooruitkomen.
Leden kom dan trouw op de repetitie en op tijd en oefen thuis, het zal U zelve en de vereniging ten goede komen

Als ik zoo de rijen eens naga wat hebben dan al verscheidene inwoners van Suameer een hoorn van De Lofstem voor de mond gehad. Slechts zeer enkeld waren het eens meisjes die het proberen wilden.
Jammer aan de eene zijde, want men ziet soms muziekcorpsen waar het eva’s-geslacht goed vertegenwoordigd is aan goede muzikanten, aan de andere zijde is een dorpmuzikant meer een manlijk iets nietwaar.
Wij willen echter hopen dat als er geen genoeg jongens zijn of er geen zin aan hebben, dat er dan maar genoeg meisjes mogen gevonden worden die de eer van “De Lofstem” willen hoog houden.
Ik wil dan ook besluiten met deze wens dat het “De Lofstem” en haar directeur en haar leden in alle opzichten goed moge gaan, dat zij ook financieel (want dat is vooral de zwakke zijde van een muziekcorps) nimmer te klagen heeft.
Maar bovenal dat nimmer vergeten wordt dat De Lofstem een Christelijk muziekcorps is en dat bestaat niet om wat psalmen te blazen of wat geestelijke liederen.
Neen het moet zoo zijn om ook door de klanken Gods naam te verheerlijken.
Dat het zoo moge blijven.
Wat de bestuursleden betreft daar zijn velen die al eens een baantje gehad hebben.

Het tegenwoordige bestuur bestaat uit: H.J. de Vries voorz., M.W. de Boer secr., C. Zuidema penningm., B Bouma en J. Nauta leden.
Thans zijn er 27 werkende leden en 7 leerlingen.

Suameer, 16 maart 1960

Geschiedenis der Chr. muziekver. “De Lofstem” uit Suameer van 1959 – 2012

Geschreven door Hendrik Kloosterman ivm het uitbrengen van het boek: “Sumar”

Begin jaren 70 kwam er een einde aan de historie van het zusterkorps “De Waldhoorn” uit Eastermar. Een aantal muzikanten van dit Eastermarder korps zijn vervolgens lid geworden van De Lofstem. Waar elke muziekvereniging mee te maken heeft is het feit dat het ledenaantal pieken en dalen laat zien. Tijdens het 70 jarig jubileum in het jaar 1989 had De Lofstem 45 spelende leden en ongeveer 15 leerlingen. In een interview met dhr. B Bouma en dhr. R de Boer wordt het volgende gezegd: “Op it podium yn’e kamp sitte wy as hearringen yn in tonne. Dat hat sa lang as De Lofstem bestiet nog noait sa west.” Dit terwijl 5 jaar eerder De Lofstem maar ongeveer 25 leden had. Er gloorde dus weer hoop voor De Lofstem op dat moment o.l.v W Dijkstra. Dit had ook een keerzijde: Het was nogal een aanslag op de kas om al deze leden en leerlingen van een instrument te voorzien. Maar uiteraard had De Lofstem dit er graag voor over. In de jaren ’90, werd het dweilorkest genaamd “De Bintsjes” opgericht. Dit was een gelegenheidsorkest bestaande uit leden van De Eendracht en De Lofstem. Er zijn tientallen optredens verzorgd overal en nergens. Een aardige bijkomstigheid was dat er verdiensten uit deze optredens kwamen voor beide verenigingen. Eén van de hoogtepunten was toch wel het optreden op het NS station en in het centrum van Leeuwarden tijdens de avond voor de elfstedentocht van 1997.

Er zijn in de historie van de lofstem te veel personen om op te noemen die gehuldigd zijn voor het feit dat ze 25,40, 50 of zelfs 60 jaar muzikant zijn geweest. Elke huldiging is uiteraard bijzonder. Een in het oog springende huldiging was die van dhr. Ids van der Ploeg. In het jaar 1996 werd dhr I van der ploeg gehuldigd voor het feit dat hij 60 jaar muzikant was geweest. Dit was in de historie van de bond op dat moment nog nooit eerder voorgekomen.

Bijzonder was ook dat het nog nooit in de historie van de bond was voorgekomen dat een vrouwelijk lid, in dit geval Mevr J schotanus, 60 jaar muzikant was geweest. Tevens is zij de eerste vrouwelijke muzikant van De Lofstem geweest.

Er werd regelmatig deelgenomen aan allerlei concoursen, festivals en dorpsactiviteiten. Soms was het resultaat op een concours niet om over naar huis te schrijven. Zo is het ooit voorgekomen dat er een 2e prijs werd behaald. Dit was voor de toenmalige “directeur” oftewel dirigent zo teleurstellend dat deze naar huis reed en vergat zijn vrouw en kinderen mee te nemen. Gelukkig is dit een van de weinige keren geweest dat het resultaat tegenviel. In het jaar 2001 heeft De Lofstem met succes deelgenomen aan een concours in Rastede gelegen in Duitsland. In 2006 werd ondanks een onrustige dirigentenwissel o.l.v. interim dirigent E Roelofsen een “Brûnzen spiker” gewonnen tiijdens het Gouden spiker festival. Van de 9 deelnemers was de lofstem 3e in de 4e divisie. In 2009 heeft de geschiedenis zich o.l.v C van der Bijl herhaalt. Opnieuw werd tijdens het Gouden spiker festival in Bakkeveen de “brûnzen spiker” gewonnen. Dit betekende dat De Lofstem 3e van de 13 deelnemers was in de 4e divisie. In 2010 werd voor de eerste keer het Open Fries Fanfare Kampioenschap gehouden in Drachten. De Lofstem was één van de deelnemers en werd o.l.v. C. van der Bijl boven verwachting kampioen in de 4e divisie. Naast een oorkonde kon de voorzitter toen tevens een gloednieuwe alt-sax in ontvangst nemen.

Regelmatig werden ook concerten voor belangstellenden georganiseerd. Om hier een indruk van te krijgen moeten we weer even terug in de tijd. I.v.m. een aanstaand huwelijk van de toenmalige dirigent dhr. T Brouwer is er in de zogenaamde “Bouma loods” aan de Solcemastrjitte een groots muziek spektakel georganiseerd. Hier werkte o.a. het Frysk jeugdorkest aan mee waar dhr. T Brouwer ook dirigent van is. Dit concert op deze locatie is zo goed bevallen dat daarna nog 2 keer een “lofstemspektakel” is georganiseerd. Dit naar aanleiding van het 85 jarig jubileum van de vereniging. Medewerking is verleend door o.a. Di Goijem en de fryske troubadour Piter Wilkens. Tijdens het 90 jarig jubileum werd in samenwerking met Chr basisschool “De Wyngert”, die 100 jaar bestond, een gezamenlijk feestweekend georganiseerd. Aan het jubileumconcert van De Lofstem tijdens dit weekend,

werd medewerking verleend door de fryske troubadour Gurbe Douwstra. Zondag’s werd het jubileumweekend afgesloten met een dankdienst, waarbij de Lofstem muzikale medewerking verleende.

De aanleiding van een bijzondere gebeurtenis in de geschiedenis van De Lofstem is dit: Dhr. G Bouma woonachtig in Amerika is in contact gekomen met familie uit Sumar. Samen met zijn vrouw heeft hij in 2008 opnieuw een bezoek gebracht aan Sumar. Tijdens het donateursconcert in het jaar 2008 heeft dhr Bouma zijn zelfgeschreven stuk, The Frisian Folkssong gedirigeerd. Vervolgens heeft dhr. Bouma De Lofstem uitgenodigd voor een muzikale tour door Amerika. Dankzij sponsoring, acties en een eigen bijdrage heeft de reis van 30 April t/m 8 Mei 2011 plaatsgevonden. Dit is voor De Lofstem en dirigente Christina van der Bijl een onvergetelijke reis geweest. Met ongeveer 50 personen waaronder leden, enkele hulpen en familie, heeft De Lofstem in 2011 het luchtruim gekozen richting Minneapolis. Er werd bij gastgezinnen overnacht in verschillend plaatsen wat een belevenis op zich is geweest. De volgende plaatsen is door De Lofstem bezocht; Minneapolis, Sioux Centre, Orange City en Pella. Er zijn verschillende concerten gegeven tijdens de tour. Onderstaand een foto van De Lofstem

De Lofstem geeft een optreden in het B.J. Haan Auditorium te Sioux Centre Iowa.

De Lofstem heeft 2 vaste acties. Al tientallen jaren worden in Sumar en Eastermar met succes paasbroden verkocht. Ook is een van de vaste acties het bakken en verkopen van oliebollen. Deze oliebollen worden met succes verkocht in Sumar en sinds kort ook in De Tike.

Een bijzonder punt van De Lofstem is dat de lessen al tientallen jaren door de vereninging zelf worden verzorgd, waardoor leerlingen in het eigen dorp aan muziekles deel kunnnen nemen. En wat opvallend is vergeleken met vroegere jaren, is de bezetting. Werd vroeger de wens uitgesproken dat er meer vrouwelijke leden lid zouden worden, tegenwoordig zijn de rollen omgedraaid. Bijna driekwart van de leden is momenteel van het vrouwelijk geslacht..

In al die jaren is er vanzelfsprekend een verloop van leden geweest. Dit omdat bijvoorbeeld soms ouderdom parten ging spelen. Ook is De Lofstem in haar historie geraakt door het overlijden van leden door ziekte. Uit de historie blijkt dat de Lofstem een vereniging is die ondanks sommige tegenslagen toch altijd weer op een positieve manier door de leden en dirigenten in beweging wordt gebracht.

Laten we hopen dat deze prachtige dorpsvereniging met haar rijke historie zal blijven voortbestaan.

Voor 1970 heeft De lofstem onder leiding gestaan van de volgende dirigenten.

S.R.Veltman (ongeveer 40 jaar!), S de Ruiter, R veltman, G Dijkstra, J Nicolai, H van der Zee

+/- 1974 – 1983 F Hogeboom

1983 – 1991 Wim Dijkstra

1991 – 1995 Menno Haantjes

1995 – 1998 Willem van Kooi

1999 – 2005 Theo Brouwer

2005 – 2006 Jan Hibma

2006 – 2006 Eric Roelofsen (invaller)

2006 – 2015 Christina van der Bijl

2015- 2017 Jorrit Laverman

2017- heden Tseard Verbeek (Interim dirigent ?

Anekdote uit Actief over concours 1936, een interview met dhr. R de Boer en dhr. B Bouma:

“Mar as dat fleuntuch net oerflein wie dan hie it in earste priis wurden”.

Al kan met evenveel recht worden toegevoegd dat juist door dat gebulder wellicht minder foute noten de oren der jury bereikten.